Artikel 228 lid 6 Gebied voor coaches

6.  Voor coaches moet er een speciaal gemarkeerde strook zijn op het rechte eind van de kruising. Het coach-gebied moet worden gemarkeerd door een lijn van twee (2)    centimeter breed en moet op één meter van de buitenkant van de baan worden getrokken. De lijn begint 25 meter van het einde van de bocht en gaat langs het hele recht eind van de kruising tot 10 meter voor de ingang naar de volgende bocht. Gedurende de teamachtervolgingswedstrijden is het gebied voor coaches voor elk team op het tegenovergestelde rechte stuk van de start van het betreffende team. Hetzelfde geldt voor kwartetstarts volgens methode B van artikel 278, lid 1b. Tijdens de startprocedure moeten de coaches tenminste 20 meter verwijderd blijven van zowel de starter als de startlijnen voor de deelnemers.
a) Voor afstanden 1000 meter en korter en voor ritten met kwartetstarts mag maximaal één (1) persoon voor elke deelnemer in het coachgebied zijn. Voor langere afstanden zonder kwartetstarts en voor ploegenachtervolgingswedstrijden mogen maximaal twee (2) personen voor elke deelnemer of team in het coachgebied zijn;
b) Om een onbelemmerd zicht voor fotofinish- en televisie-camera's te hebben op de finishlijn, is het coaches niet toegestaan door het finishlijn gebied te passeren tijdens     ploegenachtervolgingswedstrijden of kwartetstarts volgens methode B van artikel 278 lid 1.b);
c) Tijdens wedstrijden (als de rit bezig is) is het coaches niet toegestaan een schaatser te begeleiden op de inrijbaan.

Officials en hun taken Overzicht